Je hebt zintuigen om te kunnen waarnemen. Wat je waarneemt (ziet, hoort, voelt, aanraakt, ruikt en proeft) sla je op en dat vormt jouw werkelijkheid. Inclusief wat je ziet en hoort op school, op straat, op je werk enz. En ook als je over zaken nadenkt produceer je informatie die weer een stukje aan jouw werkelijkheid toevoegt.
Die werkelijkheid bevat leuke, mooie, prettige dingen. Je krijgt er een goed gevoel bij. Ze kunnen je inspireren tot wensen en verlangens.
Die werkelijkheid bevat echter ook minder prettige en zelfs afschuwwekkende zaken. En ook dat deel van de werkelijkheid leidt tot gedachten en emoties. Bijvoorbeeld: O, wat afschuwelijk!
Ook een negatieve ervaring kan je inspireren. Bijvoorbeeld tot het verlangen naar het tegengestelde.
Wat uitblinkers beseffen is dit: je hebt de hele dag gedachten en deze gedachten staan niet los van wat er in je leven gebeurt. Je gedachten en je situatie staan nauw met elkaar in verband.
Gedachten hebben consequenties
Oppervlakkige, losse flodders hebben weinig uitwerking; ze voegen slechts iets toe aan je informatie-opslag ergens op een minder goed bereikbare plaats.
Krachtige gedachten, gedachten waaraan je meer aandacht besteedt en gedachten die je veelvuldig herhaalt, hebben grote consequenties. Niet alleen nestelen ze zich vooraan en dominant in je informatie-opslag. Ze richten ook van alles uit in je leven.
- Gedachten over wat je wenst brengen voorspoed om je pad.
- Gedachten over wat je niet wenst brengen tegenspoed op je pad.
De consequentie is logisch:
Uitblinkers ontwikkelen Power-gedachten
Uitblinkers zorgen dat gedachten krachtig zijn en gefocussed zijn op wat zij wensen.
Nu moet je nog een ding weten om een uitblinker te worden. Namelijk: hoe maak je de termijn tussen denken en het op je pad komen zo kort mogelijk? Ook hierop is het antwoord eenvoudig: je hoeft er alleen maar ruimte voor te maken in je hoofd.
Je voelt met je klompen aan dat een tegenstrijdige gedachte (O, nee, toch maar niet) je oorspronkelijke wens ontkracht. Je snapt ook dat als je elke keer de details verandert, dat je dan niet voldoende duidelijk bent in je ‘bestelling’. En als je denkt: Wat nu als het niet lukt? dan geef je aandacht aan het ongewenste, dus dan werk je ook de realisatie tegen.
Nu is het duidelijk wat uitblinkers verder onderscheidt:
- Uitblinkers denken één keer intensief en op de juiste manier aan hun wens
- Of, als ze er vaker aan denken, denken uitblinkers consequent op dezelfde positieve manier aan hun wens
- En als ze er vaker aan denken vullen uitblinkers eventueel nadere details in, maar ze veranderen niet van idee
- Als ze nog niet het gevoel hebben dat bij de verwezenlijking van hun wens hoort programmereren ze zichzelf
- Dit houden ze vol tot ze het geloof in hun eigen scheppende kracht herwonnen hebben
- Uitblinkers hebben onvoorwaardelijk vertrouwen in de werking van dit principe. Ze kennen geen angst dat iets zal mislukken.
- Ze gebruiken bovendien hun gevoel als meetinstrument om te bepalen of ze goed bezig zijn
- Ze kunnen hun probleem loslaten en voelen alsof hun wens al vervuld is
- Uitblinkers zijn alert op kansen, ze herkennen als een mogelijkheid voorbijkomt en durven deze te pakken
- Ze kunnen zich heel bewust zijn van het nu, genieten van hun gecreëerde werkelijkheid en leren van hun ervaringen
- Uitblinkers kunnen tevreden en gelukig zijn en (toch voortdurend) geïnspireerd raken tot nieuwe wensen